Cursus Moderne kunst van de 19e en 20e eeuw

De beeldende kunst maakte in de tweede helft van de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw een revolutionaire ontwikkeling door. Algemeen geaccepteerde regels en ideeën werden opzij gezet en maakten plaats voor de unieke visie van individuele kunstenaars. Maar kunst kwam ook in dienst te staan van het streven naar maatschappelijke veranderingen.

Deze cursus gaat dieper in op deze ontwikkelingen. Na een kort overzicht van de kunst van romantiek (Delacroix, Gericault) en realisme (Courbet, Daumier) besteden we ruim aandacht aan het werk van (pre-)impressionisten als Manet, Monet en Degas, aan Cézanne, Gauguin en Van Gogh, aan het kubisme van Braque en Picasso, aan de doldwaze experimenten van Dada en de fantastische werken van surrealisten als Ernst, Miró, Magritte en Dali. Tot slot komen ook De Stijl (Mondriaan en Van Doesburg) en het constructivisme van (o.a.) Malevich aan de orde, met misschien een uitkijkje naar de Amerikaanse kunst van na 1945 (b.v. Newman, Pollock, De Kooning, Warhol, Rauschenberg).